Duurzaam & sociaal
Altijd retourneren & levenslange service
Gratis verzending vanaf €40,-
Samenvatting
‘De behoefte om te schrijven is groot. Zo gauw mogelijk wil ik de gebeurtenissen in mijn leven van 18 Sept. 1942 tot heden [31 augustus 1945] opschrijven uit vrees veel te vergeten en dat wil ik tot geen prijs om vele redenen.’In maart 1942 wordt Jan Schneider, leraar in Bandoeng en reserveofficier in het KNIL, door de Japanners krijgsgevangen gemaakt. Veertig jaar later vinden zijn nabestaanden dagboekaantekeningen over Jans verblijf aan de Birma-Siam Spoorlijn.Dit geschrift is meer dan een verslag. De gebeurtenissen op en langs de gevreesde ‘dijk’ (de spoorbaan) zijn heet van de naald opgeschreven. Schneiders vriendschap met kampgenoten Wim Kan, dominee Mak en anderen komen aan de orde, evenals de geheime gedachtewisselingen met een Koreaanse kampbewaker over cultuur en politiek.Schneider schrijft zonder enige doorhaling over intermenselijke relaties, over geloof en godsvertrouwen, maar ook over ongeloof, het omgaan met ziekte, sterven en dood en het eindeloos gemis van geliefden en familie. Die thema’s verlenen zijn relaas een grote diepgang en maken het tot een aangrijpend document.Jan Schneider (1905-1981) was rector van het Grotius Lyceum in Den Haag en hoogleraar Duitse letterkunde. Zijn vrouw Corrie en drie zoons, Carel Jan (1932-2011, bekend als de auteur F. Springer), Eric (1934, acteur) en Hans (1939) waren van december 1942 tot december 1945 geïnterneerd in de kampen Tjihapit en Adek op Java.Hans D. Schneider (1939) is historicus en egyptoloog. Hij bezorgde de uitgave van zijn vaders manuscript dat hij in 2011 voor het eerst onder ogen kreeg. Met gebruikmaking van familiebrieven en andere documenten in zijn vaders Birma-archief vulde hij diens dagboekaantekeningen aan tot en met de aankomst in Nederland in augustus 1946.